L  A  A  G  L  A  N  D - A  C  A  D  E  M  I  E

DE ACADEMIE VOOR SCHILDERKUNST VOLGENS DE VORMPRINCIPES TOT 1840

  • algemeen
  • trap 1
  • trap 2
  • trap 3
     
 

De 3-trapsmethode: ‘Uitstel van Genot’

Deze werkwijze berust op een technisch beginsel dat doorheen de verschillende disciplines en niveaus steeds weerkeert. Het uitgangspunt van deze methode is om de moeilijkheid van het maken van een eerlijk (op eigen kracht) schilderij open te breken of op te delen in afzonderlijke, voor iedereen beheersbare, taken.
Het credo luidt: ‘Je kan nooit beter schilderen dan tekenen.
Het aspect ‘vorm’ wordt onder ‘tekening’ gebracht. Het aspect ‘kleur’ onder ‘eindschildering’. De ‘onderschildering’ is als de mannequin die het ornaat (eindschildering) doet schitteren. Deze trap wordt als een aparte stap behandeld. Het ornaat bedekt weliswaar de mannequin, maar wordt erdoor uitgestulpt. De eindschildering bedekt de onderschildering maar wordt erdoor gesteund of verheven.

 

       
 

Trap 1: de tekening

 


Bij gebrek aan foto's of ander plat (2D) materiaal wordt de leerling gedwongen om de vormen vast te leggen op papier. Dit is tegelijk simpel en gecompliceerd. Simpel omwille van de techniek van slechts potlood op papier. Gecompliceerd omdat vormen en verhoudingen moeten samengebracht worden tot een 3D-illusie. Strikt genomen kan deze stap ook rechtstreeks op het paneel gezet worden. Door deze echter af te splitsen wordt het besef versterkt, dat behalve de kleur ook de vorm een te isoleren taak (van elke beeldende kunstenaar) bevat. Bovendien wordt op die manier de tekenvaardigheid extra ontwikkeld. Tot slot levert de tekening een autonoom –los maar toch verbonden- (kunst-)werkje op dat de cursist naast zijn olieverfschilderijtje zal blijven koesteren, als een herinneringsfoto uit de aanvang van een moeizame tocht.

 
       
 

Trap 2: de onderschildering

 


Deze laag bevat de aspecten vorm en verdonkering. Twee types van onderschilderingen worden nadrukkelijk belicht. In het warme type wordt de vorm als in een monochrome aquarel vlakmatig ingeschilderd. Anders gezegd: de informatie die voordien in de tekening grafisch is verzameld, wordt nu met verf picturaal vastgelegd. Het is een ingehouden stadium, zonder voluit te gaan wat donkerheidgraad betreft. Het licht blijft nog uitgespaard. Er is een soort onthouding voor wat het oplichten met pasteuze verf betreft; dit is voor later. Het tweede type is koeler, en minder transparant, maar eveneens quasi monochroom en wel in de grijzen. Eigenlijk is het een schetsmatige grisaille, met de functie van onderschildering.

 
 
 
 
 
 
 
       
 

Trap 3: de eigenlijke olieverfschildering

 


Hierin wordt met natte verf op natte verf, alla prima, de voorstelling voltooid. Geen lagen die nog moeten drogen en het proces afremmen. Het gaat nu om licht, kleur en modellering. Binnen een relatief kort tijdsbestek kunnen deze aspecten gestalte krijgen, doordat de vormproblemen eerder zijn behandeld. In deze fase ligt het momentum waarop de afbeelding werkelijk driedimensionaal wordt, of tot leven komt, en het genot van de creatie oplevert.