L  A  A  G  L  A  N  D - A  C  A  D  E  M  I  E

DE ACADEMIE VOOR SCHILDERKUNST VOLGENS DE VORMPRINCIPES TOT 1840

  • doelstellingen
  • technologie
  • landschap
  • stilleven
 

Technologie
De technologielessen hebben tot doel om een basiskennis bij te brengen over de olieverftechniek, de componenten van olieverf en haar bindmiddelen. Technische en tegelijk artistieke oefeningen leren tot welke schilderkundige sensaties olieverf ons kan brengen.

Het Landschap
Als moeder van alle genres omvat het landschap alle mogelijke picturale complicaties en verlokkingen. De ruimtelijkheid als driedimensionaal veld –wat het landschap is- is de omgeving waarin elk genre noodgedwongen is ingebed. Elk stilleven, portret of elke naaktschildering is in zekere zin een landschap. Daarnaast is het landschap het speelveld bij uitstek om sierende, artistieke aspiraties op een lyrische wijze de vrije loop te laten.
Het blijft de bedoeling om een mooi en tegelijk geloofwaardig landschap neer te zetten, en niet zozeer ‘de scanning van een stukje Aarde’.

Het Stilleven
Bijna haaks op het landschap staat het stilleven. Als cursusonderdeel wordt in het stilleven gepoogd om een realistisch beeld neer te zetten van hetgeen men voor zich ziet. Dit is eerder een wetenschappelijk dan een artistiek proces, althans in niveau I.
Er wordt gefocust op de techniek of het ambacht, op de middelen ten dienste van het informatieve (verhalende) rendement. Terwijl het landschap het artistiek picturale benadrukt, benadrukt het stilleven het figuratieve.
In eerste instantie zullen de leerlingen leren om de voorwerpen van hun stilleven herkenbaar weer te geven, en niet zozeer mooi.

 
 

Op niveau I wordt gewerkt met hedendaagse materialen die kant en klaar in de handel verkrijgbaar zijn. Er wordt uitgelegd hoe deze materialen gebruikt kunnen worden om zowel de ondergrond als de verfconsistentie van de oude meesters zo goed mogelijk te kunnen benaderen.
Basisoefeningen zoals grisailles, afwisselen van transparant en dekkend, en de beginselen van de kleurenleer komen aan bod.
Programma:
Dag1:
- Paneel voorbereiden – imitatie traditionele methode met moderne materialen
- Imprimatura aanbrengen
- Onderschildering in transparante kleuren van stilleven
Dag2:
- Mengen van basismediums: aanzet en conditioner medium. De cursist zal leren hoe de consistentie van de verf een grote invloed heeft op zowel schildertechniek als op het uiteindelijke, visuele resultaat.
- Technisch: hoe een alla prima schilderij opbouwen? Er wordt uitgelegd hoe men alla prima een opzet kan maken met subsequente schilderingen, nat-op-nat, zonder dat men onderliggende lagen in elkaar kliedert (nat-in-nat).
- Grisaille oefening, transparant en dekkend
Dag3:
- Het maximum halen uit twee kleuren: oefening
- Het schilderen van een stilleven met triade

 
 

De opzet van deze cursus is om vanuit de eigen verbeelding twee virtuoze landschappen te leren schilderen, het ene met acrylverf, het andere in een gemengde techniek. De uitdaging bestaat erin om met beperkte middelen, en op korte tijd, de illusie van diepte en ruimtelijkheid op te roepen in een schildering met een tegelijk natuurlijke en artistieke uitstraling.
De docent demonstreert en geeft de instructies individueel en stapsgewijs.        
Dag 1: Een klein landschapje wordt binnen één dag geschilderd, volledig met acrylverf.
- Grove schets met acryl op de witte grond.
- Imprimatura (acryl) over de tekening heen.
- Schetsmatige, doelgerichte invulling met acrylverf, tot de voltooiing. Met schetsmatig  wordt bedoeld dat de vlotheid en de vaardigheid van de cursist wordt aangescherpt. ‘Doelgericht’ betekent dat elke toets de juiste toon en tint behoeft om de diepte-illusie te dienen.
Dag 2: Een tweede, groter en complexer landschap wordt aangevat.
- Grove schets met acryl.
- Imprimatura (acryl) over de tekening heen.
- Tussenschildering in acryl met een ingehouden karakter. Dit betekent dat er op vlak van kleur en contrast nog niet voluit is gegaan. Ook de figuratie is nog niet compleet.
Dag 3: Het gehele landschap wordt nu overschilderd en voltooid met olieverf. Deze maakt   
verzachten en vervloeien mogelijk. Door middel van impasto’s, glacis en scumbles
worden de wisselwerkingen (licht-donker, koud-warm) op punt gesteld.

 
 

Onder leiding van de docent stellen de cursisten hun eigen stilleven op, met objecten naar eigen keuze. De docent ziet erop toe dat de compositie eenvoudig genoeg is enerzijds en de essentiële knelpunten bevat anderzijds.
De belangrijkste doelstelling is vervolgens om middels de betreffende technieken te leren weergeven wat men ziet. Wat men driedimensionaal voor zich ziet staan wordt op het platte vlak weergegeven, maar wel degelijk met de illusie van diepte.
Dag 1:
- De opstelling van het stilleven.
- De tekening van de voorstelling, naar de natuur en op papier. Deze tekening is meer dan slechts een schets. Ze is eerder gericht op informatie dan op artisticiteit.
-Aanmaken en aanbrengen van de juiste imprimatura (acryl).
Dag 2:
- Onderschildering met acrylverf. Met verfcontouren wordt de tekening vastgelegd en  de verdonkeringen ingekleurd terwijl de lichte partijen uitgespaard blijven. Eigenlijk is dit het aquarelprincipe, maar dan monochroom.
Dag 3:
-De eindschildering met olieverf. De docent zal per cursist demonstreren op diens schildering met de bedoeling om relevante, steeds weerkerende picturale problemen te belichten en praktisch op te lossen. Driedimensionale of tactiele problemen duiken bij elk schilderij op.
-De cursist heeft constant de mogelijkheid  ofwel om zelf te schilderen ofwel om de demonstraties bij te wonen.

 
Content 5
Content 6

  landschap   stilleven